Extra paar ogen en oren van de neuroloog: de verpleegkundige

Gijs neuroloog en gerdien verpleegkundige in overleg
Gerdien (verpleegkundige neurologie) en Gijs (neuroloog) vertellen over hún specialisme. Wat maakt neurologie voor hen zo bijzonder? En hoe werken ze samen in dit mooie specialisme?

Neurologie heeft voor sommige mensen een stoffig imago. Jullie werken beiden binnen dit specialisme. Hoe kijken jullie hier tegen aan?
Gerdien: “Ik werk nog niet zo lang in dit vakgebied. Ik had de keus gemaakt om naar de SEH of de kinderafdeling te gaan, maar ik werd vanuit het flexbureau gedetacheerd bij de afdeling neurologie. Nu wil ik hier niet meer weg. Ik heb het enorm naar mijn zin. Het specialisme neurologie kent veel meer diversiteit dan ik had verwacht. We hebben veel (oudere) patiënten met een CVA, maar ook patiënten met hersentumoren, hernia’s, hersenvliesontstekingen en nog veel meer andere neurologische aandoeningen. Het is echt een diverse patiëntenpopulatie. Ondanks dat het werk fysiek zwaar is, kan ik het met mijn 56 jaar prima aan. Als het een keer niet gaat, dan geef ik het aan en is er altijd iemand uit het team die me helpt.”

Gijs: “Ik hou van de diepgang en de complexiteit binnen de neurologie. Het antwoord is niet altijd te vinden door het uitvoeren van een scan of een bloedonderzoek. We moeten patiënten écht spreken en onderzoeken, de kleinste nuances zien, onderscheid maken tussen hoofd- en bijzaken en blijven nadenken. Met ‘we’ bedoel ik niet alleen de neurologen, maar het hele team. De verpleegkundigen zijn heel belangrijk voor ons. Ze zijn mijn extra paar ogen en oren. In de neurologie is geen patiënt hetzelfde. Zelfs als patiënten een herseninfarct op dezelfde plek hebben, kunnen ze daar verschillend op reageren. Om ze de juiste behandeling te kunnen geven hebben we zoveel mogelijk informatie nodig van iedere unieke patiënt. Die krijgen we onder andere van de verpleegkundigen.”

Hoe zie jij dat Gerdien?
”Dat zie ik ook zo. We hebben iedere dag artsenvisite. Ik begin dan met mijn verhaal. De vitale en de neurologische controles van de patiënt, maar ook informatie over de mobiliteit, het gedrag, hoe de patiënt gegeten heeft en informatie die de patiënt wel aan mij verteld heeft, maar niet aan de neuroloog. Sommige patiënten willen zich tegenover de neuroloog namelijk sterker voordoen dan ze zijn en vinden het makkelijker om hun behoeften met mij als verpleegkundige te delen. Ik zie een patiënt vaker dan de neuroloog en bouw daardoor ook een andere band op. Soms zijn patiënten niet in staat om te praten, dan komt het vooral aan op mijn observaties.”

Gijs: ”Als patiënten het ziekenhuis verlaten zie je vaak dat ze het verpleegkundig team heel dankbaar zijn, soms nog wel meer dan de neuroloog. Eigenlijk heel logisch ook. In het begin van de opname zijn ze meer gefocust op de arts omdat ze een diagnose willen hebben. Tijdens de opname komt echter al snel de vraag: hoe nu verder? Dat is de grootste uitdaging binnen de neurologie; een diagnose wordt vaak snel gesteld, maar de patiënt heeft vooral behoefte aan een behandelplan. Daarvoor is er een heel behandelteam waarin de verpleegkundige een belangrijke rol heeft.”

Hoe is jouw rol als verpleegkundige in het behandelteam?
Gerdien: “Mijn rol is erg afwisselend. Zoals Gijs zegt, iedere patiënt is uniek. Dat maakt dat mijn werk minder protocollair is. Tijdens een opname van een patiënt observeer ik, praat ik met deze persoon en voer onderzoeken uit (bijvoorbeeld een hartfilmpje, bladderscan of een sliktest). Omdat iedere patiënt zo uniek is, zorg ik dat ik me goed verdiep in de patiënt. Zo kan ik sneller schakelen wanneer er iets in de situatie van de patiënt verandert. Bijvoorbeeld als iemand snel achteruit gaat. Dan zorg ik dat ik mijn verhaal rond heb voordat ik de arts bel en meestal heb ik zelf ook al een advies. Dat waarderen de meeste artsen wel.

Een andere belangrijke rol als verpleegkundige is om patiënten weer vertrouwen te geven in hun eigen lichaam. Veel van onze patiënten hebben een CVA gehad en sommigen vinden het bijvoorbeeld moeilijk om daarna weer uit hun bed te komen. Ik motiveer ze dan om dat toch te doen en in de stoel te gaan zitten en laat ze ervaren dat ze het kunnen. Je ziet vaak in korte tijd al veel vooruitgang.

Soms is het als verpleegkundige goed om niet meteen in de actiestand te schieten maar eerst te observeren, bijvoorbeeld wanneer iemand een epileptisch insult heeft. Dan is het goed om eerst met de handen op de rug te kijken of iemand er zelf uitkomt voordat je medicatie inspuit. Of als patiënten ’s avonds verward zijn, kijk je eerst of er nog andere mogelijkheden zijn om tot een veilige situatie voor de patiënt te komen voordat je een patiënt in een tentbed legt.”

Dat klinkt als een grote verantwoordelijkheid, hoe ervaren jullie dat?
Gerdien: “Dat is zeker een grote verantwoordelijkheid. Gelukkig hoef ik die niet alleen te dragen. We zijn er echt als team en dat geeft mij een heel prettig gevoel. Als ik een ‘niet-pluis-gevoel’ heb bij een patiënt dat ik niet helemaal kan duiden, overleg ik met een arts en dat is OK. De neurologen nemen ons ook mee in ontwikkelingen in het vakgebied. Zo geven ze bijvoorbeeld uitleg bij bepaalde röntgenfoto’s. Deze kunnen wij als verpleegkundigen inzien in het dossier. Het helpt om die foto’s beter te begrijpen, zodat we daar in onze zorg naar de patiënt rekening mee kunnen houden.”

Gijs: “Laatst was er een patiënt met een vrij bijzonder en uniek ziektebeeld. Op dat moment vond ik belangrijk dat ik de verpleegkundigen meenam in wat achtergrondinformatie zodat zij de zorg daarop konden aanpassen. Ik leg ze dan uit waar ze op moeten letten en hoe ze de patiënt kunnen helpen. In dit geval zag de patiënt dubbel, en in zo’n situatie is het van belang om daar rekening mee te houden.
Soms is het andersom. Sommige ziektebeelden binnen neurologie zijn zo uniek dat je ze maar één of twee keer in je carrière meemaakt. Het is dan heel fijn als er een verpleegkundige is die dat ziektebeeld al een keer meegemaakt heeft en juist mij hierover het een en ander kan vertellen. Door onze ervaringen binnen het team van neurologen en verpleegkundigen te delen hebben we de grootste kans van slagen in het opstellen van een goed plan van aanpak.”

Gijs gaat verder: “Om nog even terug te komen op je eerste vraag. Stoffig? Absoluut niet. Er zijn veel ontwikkelingen binnen de neurologie, waardoor we tegenwoordig niet alleen een diagnose stellen maar veel meer voor de patiënt kunnen betekenen. En als team, samen met de verpleegkundigen en andere disciplines, kunnen we het verschil maken voor een hele kwetsbare doelgroep die afhankelijk is van onze zorg. Zorg die niet standaard en protocollair is maar die vraagt om verpleegkundigen die écht aandacht hebben voor de patiënt en hun omgeving, die kunnen observeren, meedenken in diagnostiek en behandeling en die patiënten weer vertrouwen kunnen geven in hun eigen kunnen.”

Bekijk onze vacatures
Verpleegkundige neurologie (onbepaalde tijd) – Werken bij MMC
Verpleegkundige neurologie VVT (onbepaalde tijd) – Werken bij MMC