25 maart 2019

Wetenschapper met een missie

Máxima MC is naast het ziekenhuis in Zwolle het enige niet academische ziekenhuis in Nederland met een NICU (intensive care voor te vroeg geborenen). Daarbij hoort vanzelfsprekend het verrichten van wetenschappelijk onderzoek. Hendrik Niemarkt, neonatoloog: “Alle neonatologen van MMC dragen een steentje bij aan het doen van onderzoek en ik ben een van de neonatologen die continu onderzoek verricht.

Duidelijke wetenschapsmissie

Wij zijn Family Centered Care (FCC) en waar ik graag naar toe wil is een situatie waarin de te vroeg geboren baby zo min mogelijk belemmerd wordt in zijn kind zijn of bij zijn moeder te zijn. Hierbij is het van belang om zo min mogelijk prikkels te veroorzaken bij de baby en te zorgen voor rust. Dit bevordert de (hersen)ontwikkeling van de baby’s. Op basis van continu onderzoek blijven we hierin de zorg steeds verder verbeteren.
Op dit moment zijn er vier onderzoeklijnen waar ik me mee bezig houd:

  1. Automatische zuurstof controle bij kinderen die zuurstof nodig hebben
    Hierbij testen we de toepassing van nieuwe beademingsapparatuur die beschikt over de mogelijkheid om zelf zuurstof toe te dienen bij de te vroeg geboren baby. Dit apparaat meet hoe hoog het zuurstof gehalte in het bloed is en controleert automatisch de hoeveelheid toegediende zuurstof. Dus wat vroeger de verpleegkundige altijd deed, kan nu een apparaat doen. Ook onderzoek ik of de nieuwe apparatuur op de NICU nu beter werkt en of dit leidt tot betere uitkomsten voor de baby. Houden ze er bijvoorbeeld minder complicaties aan over. Door middel van steeds betere techniek kom je uiteindelijk als dokter of verpleegkundige minder op de kamer, hoef je minder aan het kind te komen, zijn er minder alarmen en lampjes wat uiteindelijk leidt tot een zo prikkel arme omgeving voor het kind.
  2. Nieuwe techniek om medicijn toe te dienen bij te vroeg geborenen
    Ik ben een half jaar in Duitsland geweest om een nieuwe techniek te leren om het medicijn surfactant op een andere manier toe te kunnen dienen. Dit is voor te vroeg geboren baby’s veel minder belastend. Surfactant is een medicijn dat bijna elke te vroeg geboren baby nodig heeft en hierbij moeten wij als zorgprofessional van buiten dit stofje toedienen. Vroeger deden we dit door een baby aan de beademing te leggen en dan gaven we dit middel. Maar daarmee moest je allerlei medische handelingen verrichten aan het kind. Met deze nieuwe techniek wordt via een heel klein kathetertje dit stofje ingespoten in de longen van de baby, terwijl de baby gewoon doorademt. Als een van de eerste in Nederland heb ik deze techniek na het aanleren vervolgens geïntroduceerd en geïmplementeerd op de NICU van MMC en de nationale richtlijn voor Nederland hiervoor gemaakt. Vervolgens ben ik er samen met het Amsterdam UMC achter gekomen dat de dosis van het medicijn en de temperatuur van invloed zijn op het slagen van deze procedure. Dit is nu net op 25 maart gepubliceerd in een groot internationaal wetenschappelijk tijdschrift.
  3. Onderzoek naar elektrische neus die poep ruikt
    Uit recent onderzoek blijkt dat een elektronische neus de gevaarlijke darmontsteking NEC bij te vroeg geboren baby’s vermoedelijk al drie dagen van te voren kan zien aankomen door te ruiken aan de poep bij deze kinderen. Nu wordt de diagnose pas gesteld als de ziekte er is. De behandeling bestaat uit stoppen met voeding en overgaan op een infuus en het geven van antibiotica.
    De gedachte van dit onderzoek is uiteindelijk dat er zonder een kind te prikken met een sensor die in een couveuse hangt, automatisch wordt gemarkeerd dat er iets aan de hand is met de baby.
    Dit onderzoek voer ik samen met MDL-arts Tim de Meij en kinder-MDL arts Nanne de Boer uit, beide uit Amsterdam UMC. De eerste gegevens zijn er nu en deze zijn we nu in een grote studie aan het valideren in alle ziekenhuizen met een NICU in Nederland en in Vlaanderen in België.
    Daarnaast zijn de darmen ook erg gerelateerd aan hersenontwikkeling. Daarom gaan we nu ook bekijken of dit ook een rol kan spelen in de hersenontwikkeling.
  4. Verbinden patiëntendata gynaecologie en NICU
    Via speciale apparatuur die patiëntendata anoniem en automatisch aan elkaar koppelt, onderzoeken we of het medische beleid van de gynaecologie invloed heeft op de neonatale uitkomsten op de NICU. Dit onderzoek toont bijvoorbeeld aan dat de dosis van een bepaald medicijn dat de gynaecoloog gebruikt om een bevalling te remmen van invloed is op hoe een bepaald vaatje sluit bij een te vroeg geboren baby. Zo’n vaatje hoort dicht te gaan. Hoe hoger de dosis is die de gynaecoloog geeft, hoe kleiner de kans is dat het vaatje van de baby dicht gaat. Mogelijk heeft de baby vervolgens een operatie nodig om dit vaatje dicht te maken. En dit is weer een extra ingreep voor het te vroeg geboren kind wat extra risico’s met zich meebrengt. Dit onderzoek loopt nog volop.

Tot slot
Tot slot wil ik graag benadrukken dat alles wat we tot nu toe bereikt hebben op gebied van onderzoek, is dankzij medewerking van ouders en kinderen. Ik vind het altijd erg knap van ouders dat ze bereid zijn om aan studies als deze deel te nemen. Dit omdat het tijdens een heel heftige periode is dat deze vragen aan ze gesteld worden.”

Wetenschapsweek
Jaarlijks vindt in Máxima MC in maart de wetenschapsweek plaats. Deze week staat in het teken van het vele onderzoek dat hier plaatsvindt en iedereen die zich hiermee bezighoudt. Als topklinisch ziekenhuis vervullen we een bijzondere rol op het gebied van wetenschappelijk onderzoek. Dagelijks wordt er hier gewerkt aan studies die moeten leiden tot betere, slimmere en betaalbare zorgoplossingen.