Afwijkend uitstrijkje

Er zijn afwijkende cellen gevonden in uw uitstrijkje, en daarom bent u door uw huisarts doorverwezen naar het Máxima MC. Onze gynaecoloog gaat uw baarmoederhals nauwkeurig onderzoeken.

Een uitstrijkje kan aantonen dat er een voorstadium van baarmoederhalskanker aanwezig is. Er is dan een kleine kans dat zich later baarmoederhalskanker ontwikkelt. Een eenvoudige behandeling van zo’n voorstadium kan een grote operatie voor kanker – jaren later – voorkomen.

Uitstrijkje

Alle vrouwen tussen de 30 en 60 jaar worden iedere vijf jaar opgeroepen tot het maken van een uitstrijkje. Dit in het kader van het bevolkingsonderzoek voor baarmoederhalskanker. Of u zich laat onderzoeken, beslist u zelf. U kunt hiervoor via uw huisarts een afspraak maken. Soms zijn tussentijds bloedverlies, bloederige afscheiding of bloedverlies na gemeenschap redenen om al eerder een uitstrijkje te laten maken.

PAP-scores bij uitstrijkje

Vier weken na het maken van het uitstrijkje is de uitslag bij uw huisarts bekend. De uitslag wordt uitgedrukt in PAP-scores:

  • PAP 1: er zijn geen afwijkende cellen gevonden.
  • PAP 2: er zijn enkele afwijkende cellen gevonden, maar een aanvullend onderzoek bij de gynaecoloog is niet nodig. De cellen herstellen zich vanzelf. Wel wordt na zes maanden een nieuw uitstrijkje gemaakt.
  • PAP 3a: er zijn cellen met een matig ernstige afwijking gevonden. U wordt doorverwezen naar de gynaecoloog voor extra onderzoek. Meestal is er geen of een eenvoudige behandeling nodig.
  • PAP 3b: de cellen wijken net iets meer af dan bij een PAP 3a. Waarschijnlijk krijgt u een eenvoudige behandeling.
  • PAP 4: er zijn ernstig afwijkende cellen te zien. In 90% van de gevallen is een behandeling nodig.
  • PAP 5: de cellen zijn zeer afwijkend. Soms alarmeert het uitstrijkje ten onrechte, maar soms is er ook sprake van baarmoederhalskanker. Een uitgebreide behandeling is dan noodzakelijk.

Onderzoek na afwijkend uitstrijkje

Als er afwijkende cellen gevonden zijn, kan de gynaecoloog de baarmoederhals nauwkeurig onderzoeken via een colposcopie. Meestal wordt er ook een biopsie (weefselonderzoek) uitgevoerd.

Behandeling na afwijkend uitstrijkje

Soms vindt de gynaecoloog een behandeling niet nodig. U krijgt dan meestal wel het advies om het uitstrijkje te laten controleren, bijvoorbeeld na 3 maanden, een halfjaar of een jaar.

Als na het onderzoek blijkt dat een behandeling nodig is, bespreekt de gynaecoloog welke optie voor u het meest geschikt is.

  • Lisexcise. De gynaecoloog schilt met een metalen lisje het afwijkende weefsel weg.
  • Cryobehandeling. Het afwijkende weefsel wordt bevroren en in de weken na de ingreep door het lichaam afgestoten.
  • Laserbehandeling. Met een laserstraal wordt het afwijkende weefsel verdampt. Daardoor sterft het af en kan er nieuw, gezond weefsel terug groeien.
  • Conisatie. De gynaecoloog neemt met een mesje een kegelvormig stukje van de baarmoeder weg.

Wij begrijpen dat een afwijkend uitstrijkje onzekerheid met zich meebrengt. Daarom houden we er rekening mee dat alle benodigde onderzoeken en behandelingen in korte tijd worden gedaan.

Polikliniek afwijkend uitstrijkje

Wanneer bij de huisarts blijkt dat uw uitstrijkje afwijkt, komt u op de polikliniek afwijkend uitstrijkje terecht. Daar verricht ons medisch team lichamelijk onderzoek en voert het behandelingen uit. Meestal gaat een bezoek aan de polikliniek met een hoop (onnodige) onzekerheid gepaard. Met goede uitleg over de betekenis van een afwijkend uitstrijkje, persoonlijke aandacht en een snel behandelingstraject willen we dit grotendeels wegnemen. De polikliniek afwijkend uitstrijkje valt onder de polikliniek gynaecologie en is gevestigd in Máxima MC, locatie Veldhoven.

  • Wat betekenen de uitslagen van een uitstrijkje?

    PAP 1: er zijn geen afwijkende cellen gevonden. PAP 2: er zijn enkele afwijkende cellen gevonden, maar een aanvullend onderzoek bij de gynaecoloog is niet nodig. De cellen herstellen zich vanzelf. Wel wordt na zes maanden een nieuw uitstrijkje gemaakt. PAP 3a: er zijn cellen met een matig ernstige afwijking gevonden. U wordt doorverwezen naar de gynaecoloog voor extra onderzoek. Meestal is er geen of een eenvoudige behandeling nodig. PAP 3b: de cellen wijken net iets meer af dan bij een PAP 3a. Waarschijnlijk krijgt u een eenvoudige behandeling. PAP 4: er zijn ernstig afwijkende cellen te zien. In 90% van de gevallen is een behandeling nodig. PAP 5: de cellen zijn zeer afwijkend. Soms alarmeert het uitstrijkje ten onrechte, maar soms is er ook sprake van baarmoederhalskanker. Een uitgebreide behandeling is dan noodzakelijk.