Elektrofysiologische weeën monitoring tijdens de bevalling
De Synoniem studie in het Máxima Medisch Centrum te Veldhoven
Cardiotocografie (CTG) is wereldwijd de manier van bewaken van moeder en baby tijdens de bevalling. Ondanks het dagelijks toepassen van het CTG zijn er tot op heden nog geen grote verbeteringen gezien in de perinatale en maternale uitkomsten. Een groot nadeel van CTG monitoring is de lage specificiteit voor zuurstof tekort bij de baby.
Dit komt erop neer dat een goed CTG patroon geruststellend is, echter een suboptimaal patroon betekent niet altijd dat het slecht gaat met de baby. Dit kan leiden tot onnodige interventies. Daarnaast is de kwaliteit van het CTG signaal vaak slecht door bewegingen van moeder en kind. Signaalkwaliteit wordt verder negatief beïnvloed door een oplopende maternale BMI. Een niet optimale signaalkwaliteit maakt de interpretatie van het CTG lastig voor zorgverleners.
Máxima MC heeft samen met NEMO Healthcare elektrofysiologisch CTG (eCTG) ontwikkeld. Hiermee wordt het elektrische signaal van de foetale hartspier, het foetale elektrocardiogram (fECG) en van de maternale baarmoederspier (electrohysterogram (EHG) gemeten. eCTG geeft inzicht in de foetale conditie en de weeën activiteit van de moeder. Uit eerdere studies is gebleken dat de signaalkwaliteit gemeten met het eCTG beter is dan met het huidige conventionele CTG. Ook blijkt de signaalkwaliteit onafhankelijk van maternale en foetale bewegingen en van BMI. Bovendien is het apparaat niet-invasief en draadloos wat de bewegingsvrijheid voor de vrouw vergroot tijdens de bevalling. Dit kan mogelijk positief van invloed zijn op de patiënttevredenheid.
In de Synoniem studie monitoren we vrouwen met een zwangerschapsduur ≥ 37 weken continu met het eCTG tijdens de bevalling. We gebruiken hiervoor het Nemo Fetal Monitoring System. Onze hypothese is dat de weeën frequentie bij eCTG beter binnen de optimale bandbreedte gehouden kan worden dan bij conventioneel CTG. Omdat de signaalkwaliteit van eCTG beter is kunnen zorgverleners tijdig en adequaat ingrijpen door middel van het geven van weeën remmende of weeën stimulerende medicatie. Hierdoor zal naar verwachting minder vaak een kunstverlossing of keizersnede nodig zijn want er zal minder vaak overstimulatie van de weeën zijn met het risico op foetale nood en er zal minder vaak onvoldoende weeën activiteit zijn met als risico niet-vorderende baring. Daarnaast kan het monitoren met het eCTG ons meer inzicht geven in de samentrekkingen van de baarmoeder na de bevalling om hopelijk in de toekomst hevig vaginaal bloedverlies te kunnen voorkomen.
Het Nemo Fetal Monitoring System © Nemo Healthcare B.V.