Osteochondritis dissecans (OCD) in de elleboog

Dit is een aandoening van het kraakbeen, het meest voorkomend bij jongens in de leeftijd van 12 tot 20 jaar.

Symptomen

Het kraakbeen (meestal aan de buitenzijde) van het uiteinde van de bovenarm laat los en veroorzaakt pijn en bewegingsbeperking. Als een stuk helemaal los raakt, kan de elleboog erdoor blokkeren. De oorzaak is niet geheel duidelijk, maar overbelasting lijkt een grote rol te spelen, zoals bij jonge turners of honkbalwerpers.

Behandeling

Er worden vier stadia onderscheiden:

  1. Verzwakking van het bot, nog zonder kraakbeenscheuren.
  2. Verzwakking van het bot, maar nu mèt scheuren in het kraakbeen.
  3. Volledige scheuring van het kraakbeen, zodat een flap loshangt.
  4. De flap heeft helemaal losgelaten en zweeft in het gewricht.

In het eerste stadium kan worden volstaan met rust. Soms moet zelfs een periode volledig worden gestopt met sport. In de overige stadia is meestal een operatie nodig. Door middel van een kijkoperatie (artroscopie) kan een los stuk kraakbeen/bot soms worden teruggezet. Zwevende losse stukjes worden verwijderd. In ernstige gevallen (grote defecten) kan een kraakbeen-/bottransplantatie nodig zijn.

Na de behandeling

Het is onwaarschijnlijk dat de OCD-haard terugkomt. Wel kunnen er restklachten zijn. Helaas is hier meestal weinig aan te doen, behalve het aanpassen van sport of activiteiten.

Het is wel mogelijk dat de klachten ook aan de andere elleboog ontstaan. Ongeveer 20% van de kinderen heeft deze afwijking aan beide armen. Als er gelijkaardige klachten aan de andere elleboog ontstaan, neem dan contact op met de kinderorthopeed.